Blog

Kritisch leren denken in het juridische domein

Bij het nemen van beslissingen in het juridisch domein kan veel fout gaan; informatie te selectief verzamelen, belangrijke informatie negeren, kansen niet goed inschatten of ongeldige conclusies trekken, met alle gevolgen van dien. Denk maar aan de Puttense moorzaak, de Schiedammer parkmoord of de zaak Lucia de Berk.

De cognitieve psychologie kan professionals die beslissingen moeten nemen zoals juristen en juridisch medewerkers inzichten bieden in oordeel- en beslissingsmechanismen. Onder meer hoe je de automatische piloot kunt onderdrukken en het kritisch denken kunt activeren. De docenten van de Juridische Hogeschool, specifiek de docenten van de minor Juridisch Advies, hadden de wens om het kritisch denken van hun studenten verder te versterken. Zij vroegen zich af hoe ze dat het beste konden doen. Samen met het lectoraat Brein en Leren is voor een specifieke aanpak gekozen en die aanpak is onderzoeksmatig geëvalueerd.
De veronderstelling was dat meer expliciete aandacht voor kritisch denken in de minor Juridisch Advies tot een verbetering van het kritisch denken zou leiden. Dat wil zeggen een verbetering van het redeneren en argumenteren. En daarnaast was er een open vraag over het effect van kritisch denken instructie op het beroepsproduct (beoordeling oefenrechtbank) en de prestaties op vakken (o.a. scheidingsrecht, arbeidsrecht).
Met drie metingen zijn 40 studenten van de minor, van september 2017 tot januari 2017, gevolgd. Daarin werd de denkhouding gemeten, kort gezegd de neiging tot ruimdenkendheid en de mate waarin je doordenken leuk vindt, en denkvaardigheden die betrekking hebben op onbevooroordeeld redeneren en argumenteren zoals het evalueren van de geldigheid van een conclusie of het inschatten van kansen (zie voorbeelden in kaders). De testvragen waren afgestemd op het juridisch domein in de minor of de interessesfeer van de student.
De studenten waren at random verdeeld over 2 groepen waarbij de ene groep het standaard programma (zoals vorig jaar) volgde met enkele extra’s, zoals vermelding van kritisch denken doelen bij de competenties en individuele feedback per mail op de metingen. De andere groep kreeg deze extra’s ook maar de feedback werd plenair in klassenverband gegeven en de aanwezigen bij de plenaire bijeenkomsten kregen enkele schriftelijke aanvullende materialen over redeneren en argumenteren.
Alhoewel er een behoorlijk ‘uitval’ was, deelname aan de test en de plenaire bijeenkomsten was niet verplicht, is het resultaat bemoedigend. De studenten uit beide groepen (helaas kon slechts van 16 studenten die aan alle metingen meededen de gegevens geanalyseerd worden) gingen vooruit en het effect op de vaardigheidsscore was groot. Er was geen verschil tussen de twee groepen en er was geen correlatie met het eindcijfer van de centrale opdracht (oefenrechtbank) en de vak-onderdelen. Het is interessant om in een vervolgonderzoek eens te kijken in hoeverre het kritisch denken zo ingezet kan worden dat het uiteindelijk ook de eindprestaties kan beïnvloeden. Dan zal extra aandacht nodig zijn voor de validering van de meetinstrumenten. Niettemin was het een interessant ‘experiment’ voor zowel studenten als docenten. Als studenten kritisch denken beter leren om kritisch denken toe te passen bij het verzamelen van informatie, bij de communicatie over besluiten en standpunten en bij het trekken van conclusies dan kan dat de juridisch professional enorm helpen! Docenten ontdekken dat kritisch denken niet spontaan ontstaat en ontwikkelen handvatten hoe kritisch denken (nog) beter voor het voetlicht te brengen.

Anita Heijltjes Lectoraat Brein & Leren)
John Lousberg (Juridische Hogeschool Avans-Fontys)

Foto:https://www.google.nl/search?q=kritisch+denken&source=lnms&tbm=isch&sa=X&sqi=2&ved=0ahUKEwi78fiLiPfTAhXsD8AKHRknBg4Q_AUIBigB&biw=1920&bih=985#tbm=isch&q=klopt+dat+wel&imgrc=C-bD7IfBCAxGxM:&spf=1495028756082

You Might Also Like

No Comments

    Leave a Reply